De ironie van automatisering: hoe AI ons mentaal omschoolt
Terwijl de wereld de efficiëntie van kunstmatige intelligentie viert, duikt er een verontrustende paradox op: AI vervangt ons niet, maar traint ons. En dit proces van 'cognitieve ontlading' verandert de manier waarop we denken en onthouden.
De mentale GPS: wanneer efficiëntie de vijand wordt
Weet je nog dat je de weg kon vinden in de stad? Toen je de telefoonnummers van je vrienden uit je hoofd kon opzeggen? Wat er met ons oriëntatievermogen gebeurde met GPS, gebeurt nu met onze cognitieve vermogens met AI.
Een onderzoek uit 2020, gepubliceerd in Nature Neuroscience door Louisa Dahmani van het Massachusetts General Hospital, toonde aan dat het vertrouwen op GPS om te navigeren de activiteit in de hippocampus, het hersengebied dat cruciaal is voor ruimtelijk geheugen en navigatie, aanzienlijk vermindert.
Het Google-effect: het precedent dat alles verklaart
Het fenomeen heeft stevige wetenschappelijke wortels. Het'Google Effect' of digitaal geheugenverlies werd voor het eerst gedocumenteerd in 2011 door Columbia University psycholoog Betsy Sparrow in een studie gepubliceerd in Science.
Onderzoek heeft aangetoond dat mensen informatie minder snel onthouden als ze weten dat ze die gemakkelijk online kunnen opzoeken. In een van de experimenten onthielden deelnemers beter waar ze informatie konden vinden dan de informatie zelf.
De gegevens over digitaal geheugenverlies lijken zorgwekkend:
- Volgens een onderzoek uit 2015 van Kaspersky Lab gaf 91% van de mensen in de VS en Europa toe het internet te gebruiken als een online verlengstuk van hun geheugen.
- Slechts 49% van de deelnemers kon zich het telefoonnummer van hun echtgenoot of echtgenote herinneren
- 71% kon zich de telefoonnummers van hun kinderen niet herinneren
Onderzoek Microsoft-Carnegie Mellon: Eerste gegevens over AI
In een onderzoek uit 2025 van onderzoekers van Microsoft en de Carnegie Mellon University werden 319 kenniswerkers en hun gebruik van generatieve AI-tools geanalyseerd. De resultaten laten zien dat:
- Werknemers melden 'waargenomen implementatie van kritisch denken' wanneer ze vertrouwen op AI-tools
- Het gebruik van AI produceerde "een minder diverse reeks resultaten voor dezelfde taak" dan mensen die vertrouwden op hun eigen cognitieve vaardigheden
- Er is een neiging tot 'cognitive offloading' - het delegeren van mentale processen naar externe hulpmiddelen
Maar wacht: niet alle 'ont-training' is hetzelfde
Laten we eerst een kritische reflectie houden voordat we verdergaan. Dit fenomeen is niet nieuw:
De rekenmachine
Wie kan er nog met de hand delen? De rekenmachine heeft ons decennialang 'afgericht' op mentaal rekenen. Toch is wiskunde niet dood - sterker nog, het is juist opgebloeid. Bevrijd van vervelende berekeningen hebben wiskundigen zich geconcentreerd op complexere en creatievere problemen.
Schrift versus mondeling geheugen
Socrates zelf vreesde dat schrijven het geheugen zou verzwakken. In Plato's dialoog Phaedrus (ca. 370 v.Chr.) vertelt Socrates de Egyptische mythe van Theuth en Thamus, waarin Theuth het schrift voorstelt als een uitvinding die de wijsheid en het geheugen zal verbeteren. Maar koning Thamus antwoordt: "Deze uitvinding zal vergeetachtigheid veroorzaken in de zielen van degenen die het leren: ze zullen stoppen met het oefenen van hun geheugen omdat ze zullen vertrouwen op het schrift, dat extern is".
Hij had gelijk: de verhalenvertellers die de hele Ilias uit hun hoofd opzegden zijn er niet meer. Maar we hebben wel de mogelijkheid gekregen om complexe ideeën op wereldwijde schaal te bewaren en te delen.
Afdrukken vs. kalligrafie
De drukpers van Gutenberg (1440) maakte mooie kalligrafie overbodig. Vóór de boekdrukkunst kon 80% van de Engelse volwassenen in het Europa van de 14e eeuw niet eens hun eigen naam schrijven. Tegen 1650 kon 47% van de Europeanen lezen. Tegen het midden van de 18e eeuw was dat aantal gestegen tot 62%.
We verloren een kunst, maar democratiseerden kennis. Zoals historici opmerkten: "De netto toename van geletterdheid doorbrak het monopolie van de geletterde elite op onderwijs en leren en ondersteunde de opkomende middenklasse".
Het patroon is duidelijk: elke technologische sprong 'de-traint' sommige capaciteiten en verbetert andere.
Wat is dan het verschil met AI?
Als elke technologie iets 'wegneemt', waarom zou AI ons dan meer zorgen moeten baren? Het verschil ligt in drie kritieke factoren:
1. Snelheid en alomtegenwoordigheid
Elektronische zakrekenmachines, die sinds 1971 op de markt zijn, vervingen complexe mentale berekeningen binnen ongeveer 15 tot 20 jaar. AI vervangt kritisch denken in minder dan vijf jaar.
We kunnen nietlanger denken in generaties zoals we in het verleden deden - nu moeten we denken in cycli van vijf jaar, niet van 20-30 jaar.
Snelheid is belangrijk: de hersenen hebben minder tijd om zich aan te passen en nieuwe compenserende vaardigheden te ontwikkelen. Menselijke samenlevingen zijn van oudsher langzaam geëvolueerd, waardoor instellingen, onderwijs en cultuur zich geleidelijk konden aanpassen aan technologische veranderingen. Maar AI comprimeert dit aanpassingsproces met tientallen jaren tot tientallen jaren, wat een ongekende culturele en cognitieve schok teweegbrengt.
2. Mate van cognitieve ontlasting
- Rekenmachine: vervangt rekenkundige berekeningen
- GPS: vervangt ruimtenavigatie
- AI: vervangt redeneren, creativiteit, schrijven, analyseren - transversale vaardigheden die we op elk gebied gebruiken
3. Gebrek aan metacognitie
Met de rekenmachine weet je dat je geen lange delingen kunt doen. Met AI besef je vaak niet dat je gestopt bent met kritisch denken. Het is een stille en onbewuste achteruitgang.
De door AI veroorzaakte cognitieve atrofie-theorie
Het concept van 'AI chatbot-geïnduceerde cognitieve atrofie' (AICICA), getheoretiseerd in een studie uit 2024, is gebaseerd op het 'use it or lose it'-principe van hersenontwikkeling, waarbij wordt gesteld dat een te grote afhankelijkheid van AI zonder gelijktijdige cultivering van cognitieve kernvaardigheden kan leiden tot onderbenutting van cognitieve capaciteiten.
Een academische studie uit 2009, gepubliceerd in Symbolae Osloenses, had deze parallel met de rekenmachine al getrokken: "De zakrekenmachine stelt ons in staat om oplossingen voor calculusproblemen te produceren, maar stelt het ons in staat om deze oplossingen te kennen? Het hangt ervan af wat we hier bedoelen met weten. Als het betekent dat we de oplossingen ook moeten kunnen rechtvaardigen, uitleggen waarom ze echt de juiste zijn, dan zeker niet".
"It's Not a Bug, It's a Feature": Cognitieve afhankelijkheid door ontwerp
Maar het zit zo: cognitieve afhankelijkheid is misschien geen neveneffect, maar een ontwerpkenmerk.
Cruciaal verschil: voor de calculator hoef je geen werknemer te worden om winstgevend te zijn. AI wel. Hoe meer je het gebruikt, hoe meer gegevens het genereert, hoe meer het zichzelf verfijnt, hoe onmisbaarder het wordt. Het is een businessmodel gebaseerd op afhankelijkheid.
Het is een zichzelf voedende cyclus: hoe effectiever AI is, hoe afhankelijker we worden. Hoe afhankelijker we zijn, hoe minder we onze capaciteiten gebruiken. Hoe minder we ze uitoefenen, hoe meer we AI nodig hebben. Het is als het ontwikkelen van een tolerantie voor een stof: je hebt steeds grotere doses nodig om hetzelfde effect te krijgen.
De paradox van cognitieve vrijheid: wanneer vrij zijn ons tot gevangenen maakt
Geneeskunde
Onderzoek uit 2024, gepubliceerd in Perspectives on Psychological Science, waarschuwt dat artsen in de radiologie, waar steeds meer gebruik wordt gemaakt van kunstmatige intelligentie, hun intuïtieve diagnostische vaardigheden geleidelijk dreigen te verliezen. Maar pas op: AI bevrijdt radiologen van de routineanalyse van duizenden normale scans, waardoor ze zich kunnen richten op complexe en atypische gevallen. Het risico is niet dat AI de diagnose zal vervangen, maar dat artsen zullen stoppen met het trainen van hun 'klinische oog' op triviale gevallen - die vaak subtiele details verbergen die cruciaal zijn voor het herkennen van zeldzame afwijkingen.
Programmeren
Onderzoek uit 2025 belicht een interessant fenomeen: ontwikkelaars die voortdurend op AI vertrouwen om code te schrijven, ontwikkelen een soort cognitieve afhankelijkheid. AI blinkt uit in het genereren van boilerplate-code en standaardfuncties - repetitief werk dat vroeger kostbare uren kostte. Het probleem: bevrijd van deze vervelende taken, stoppen sommige programmeurs met algoritmisch denken, zelfs als dat echt nodig is. Het is als een chirurg die robotica gebruikt voor routineoperaties, maar vervolgens moeite heeft om handmatig te opereren in geval van nood.
Onderwijs
Zoals docent Trevor Muir uitlegt: "Ik denk niet dat docenten AI bij het schrijven moeten gebruiken totdat de studenten het eerst onder de knie hebben. AI kan grammatica corrigeren, synoniemen suggereren, zelfs essays structureren - allemaal activiteiten die voorheen uren handmatige revisie vereisten. De verborgen waarde: die fouten en die schijnbaar 'nutteloze' inspanning zijn eigenlijk training voor de hersenen. Het is net als leren rijden met een handgeschakelde versnellingsbak vóór de automaat: het lijkt moeilijker, maar het ontwikkelt een controle en begrip van het voertuig dat de automaat niet kan geven.
Het is net als leren autorijden: eerst moet je reflexen en wegintuïtie ontwikkelen door 'inefficiënt' te oefenen, daarna kun je de cruisecontrol veilig gebruiken.
Zoals Socrates voorspelde in de Phaedrus"U zult uw studenten de schijn van wijsheid geven, maar niet de werkelijkheid. Uw uitvinding zal hen in staat stellen om veel dingen te horen zonder goed opgeleid te zijn, en ze zullen zich verbeelden dat ze veel weten terwijl ze voor het grootste deel niets zullen weten".
De test van de 'denkbeeldige vervanging' (opnieuw bekeken)
In plaats van je af te vragen "Kan AI dit?", kun je beter dit bijgewerkte gedachte-experiment proberen: "Als iedereen morgen hiervoor AI zou gebruiken, wat zouden we dan als soort verliezen? En wat zouden we winnen?"
- Schrijven: Zouden we het vermogen verliezen om complexe gedachten te verwoorden → Maar zouden we tijd winnen voor diepere gedachten?
- Navigatie: We zouden ons ruimtelijk inzicht verliezen → Maar zouden we efficiënter kunnen bewegen?
- Rekenen: We zijn het mentale rekenen al kwijt → Maar we hebben het vermogen gekregen om complexere problemen op te lossen
De echte vraag: zijn we ons bewust van de gevolgen van onze keuzes?
De strategie van cognitieve weerstand: hoe je niet vervangen wordt door je assistent
1. Gebruik AI om te versterken, niet om te vergeten
"Gebruik AI om je vaardigheden te versterken, niet om ze te vergeten. Laat het je bevrijden van inspannend werk zodat je je kunt richten op de creatieve en complexe aspecten - maar laat die kernvaardigheden niet atrofiëren door ze niet te gebruiken."
2. Houd 'cognitieve spieren' getraind
Het is net als met fysieke training: als je twee maanden niet naar de sportschool gaat, merk je het niet als je in de spiegel kijkt - je ziet er hetzelfde uit. Maar zodra je een zwaar gewicht probeert te tillen of de trap op rent, voel je meteen het verschil. Je spieren zijn stilletjes verzwakt.
Cognitieveatrofie is nog verraderlijker: niet alleen merk je het niet terwijl het gebeurt, maar vaak besef je niet eens wanneer je die vaardigheid nodig hebt - je delegeert gewoon aan AI zonder je te realiseren dat je het ooit zelf had kunnen doen.
3. Oefen de 'Eerst zonder, dan met'-regel
Om onze cognitieve vaardigheden op peil te houden, moeten we de fundamentele vaardigheden direct oefenen voordat we ze delegeren aan AI, en zelfs nadat we ze hebben gedelegeerd, moeten we ze blijven trainen. Het is geen kwestie van 'fundamentele' versus 'overbodige' vaardigheden, maar van het getraind houden van de geest.
Net als een schaker die altijd de computer gebruikt om zetten te analyseren: hij wordt technisch nauwkeurig, maar als hij nooit zelfstandig redeneert, verliest hij strategische intuïtie en het vermogen om de positie 'aan te voelen'.
De toekomst: AI als medewerker, niet als steun
De oplossing is niet om AI af te wijzen, maar om het strategisch te gebruiken. De professionals die zullen gedijen zijn degenen die hun menselijke intuïtie en ervaring combineren met de superkrachten van AI - die weten wanneer ze moeten delegeren en wanneer ze zelf moeten denken, terwijl ze altijd de controle houden over het besluitvormingsproces.
Conclusie: Het is een eigenschap, geen bug (maar welke eigenschap?)
De cognitieve atrofie veroorzaakt door AI is geen defect dat moet worden gecorrigeerd - het is een ontwerpgevolg dat we moeten herkennen en bewust moeten beheren.
Maar pas op: niet alle 'ont-training' is slecht. De rekenmachine bevrijdde ons van het vervelende rekenwerk, de printer van het mondelinge geheugen, de GPS van de noodzaak om alles te leren.
De echte uitdaging is om onderscheid te maken:
- Wanneer de-training bevrijdend is (cognitieve bronnen vrijmaken voor belangrijkere dingen)
- Wanneer het verarmend is (capaciteiten vermindert die we nodig hebben om onafhankelijk te denken)
De vraag is niet of AI ons zal vervangen, maar of we bewust genoeg zullen zijn om te kiezen wat we vervangen en wat we getraind houden. De toekomst is aan degenen die weten wanneer ze GEEN AI moeten gebruiken.
FAQ: De meest gestelde vragen over AI en cognitieve atrofie
"Maakt AI me dom?"
Nee, het maakt je niet dom. AI maakt je cognitief lui op sommige specifieke gebieden, net zoals GPS je lui heeft gemaakt in navigatie. Je basisintelligentie verandert niet, maar je dreigt de gewoonte te verliezen om die in bepaalde contexten te gebruiken. Gelukkig is dit proces omkeerbaar: je hoeft alleen maar opnieuw te beginnen met oefenen.
"Is het waar dat ChatGPT de hersenen vernietigt?"
Absoluut niet. De sensatiebeluste onderzoeken die je in de kranten leest, zijn vaak gebaseerd op vooronderzoek met kleine steekproeven. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat het gebruik van AI hersenschade veroorzaakt. Het probleem is subtieler: het kan de motivatie om zelfstandig te denken verminderen, niet het vermogen om dat te doen.
"Moet ik stoppen met AI?"
Nee, dat zou contraproductief zijn. AI is een krachtig hulpmiddel dat je capaciteiten kan versterken. De sleutel is om het strategisch te gebruiken: laat het repetitieve en saaie taken uitvoeren, maar houd kritieke vaardigheden actief. Het is net als naar de sportschool gaan: gebruik de machines, maar vergeet de vrije lichaamsoefeningen niet.
"Zullen mijn kinderen minder intelligent opgroeien?"
Niet noodzakelijkerwijs. Kinderen die opgroeien met AI ontwikkelen misschien andere vaardigheden dan wij: een groter vermogen om samen te werken met intelligente systemen, sneller denken bij het selecteren van informatie, creativiteit bij het combineren van meerdere bronnen. Het risico is dat ze belangrijke onderwijsstappen zullen missen.
Maarde echte uitdaging zal voor iedereen hetzelfde zijn, zowel voor kinderen als volwassenen: leren om een balans te vinden tussen cognitieve autonomie en samenwerking met AI. Kinderen hebben misschien zelfs een voordeel, omdat ze van nature 'tweetalig' opgroeien in beide modi.
"Zal AI menselijke arbeid volledig vervangen?"
Niet in de zin die jij denkt. AI elimineert namelijk geen enkele 'professionele rol' volledig, maar transformeert individuele taken binnen bestaande rollen. En dit genereert drie gelijktijdige fenomenen:
1. Automatisering in lagen: AI vervangt eerst de meer routinematige taken, daarna de steeds complexere. Een accountant ziet misschien eerst basisberekeningen geautomatiseerd worden, dan trendanalyses en dan zelfs een deel van strategisch advies. Het werk transformeert geleidelijk, het verdwijnt niet plotseling.
2. Polarisatie van waarde: Er ontstaat een tweedeling tussen degenen die effectief met AI kunnen werken (en productiever worden) en degenen die dat niet kunnen (en overbodig worden). Het is niet langer genoeg om goed te zijn in je vak - je moet goed zijn in je vak + AI.
3. Nieuwe knelpunten: naarmate AI analyses en routines afhandelt, worden vaardigheden die 'zacht' leken cruciaal: complexe onderhandelingen, leiderschap in ambigue situaties, creativiteit toegepast op nooit eerder geziene problemen. Paradoxaal genoeg worden 'menselijke' vaardigheden waardevoller naarmate AI bekwamer wordt.
De echte vraag is niet "Zal mijn werk verdwijnen?" maar "Welke delen van mijn werk kan ik vandaag delegeren aan AI zodat ik me kan concentreren op die delen die alleen ik kan doen?". En dan, over zes maanden, moet je jezelf dezelfde vraag opnieuw stellen.
De mobiele competentieparadox: hoe beter je wordt in het samenwerken met AI, hoe sneller je je rol opnieuw moet uitvinden. De professionals van de toekomst hebben niet langer een vaste 'core business', maar een meta competentie: snel kunnen identificeren waar je menselijke waarde kunt toevoegen in een landschap dat elk kwartaal verandert.
"Is het normaal dat ik niet meer kan schrijven zonder AI?"
Het is normaal, maar niet onvermijdelijk. Als je een schrijfverslaving aan AI hebt ontwikkeld, kun je geleidelijk 'ontgiften'. Begin met korte teksten zonder hulp en verhoog dan geleidelijk de complexiteit. Het is net als in vorm komen na een zittende periode: het is vermoeiend in het begin, maar de kracht keert snel terug.
"Zal AI ervoor zorgen dat ik mijn creativiteit verlies?"
Alleen als je het slecht gebruikt. AI kan een geweldige creatieve partner zijn als je het gebruikt om te brainstormen, blokkades te overwinnen of onverwachte richtingen te verkennen. Het risico is dat je het gebruikt als vervanging van je creativiteit in plaats van als versterker. Gouden regel: het idee moet altijd bij jou beginnen, AI kan je helpen het te ontwikkelen.
"Hoe weet ik of ik AI te veel gebruik?"
Doe deze test: probeer een taak die je normaal delegeert (een belangrijke e-mail schrijven, een probleem oplossen, een berekening maken) zonder AI te doen. Als je je 'verloren' voelt of veel trager dan normaal, ben je waarschijnlijk te afhankelijk geworden van je digitale assistent. Probeer af en toe te werken zoals je gewend bent.
"Zal AI school nutteloos maken?"
Dit is de moeilijkste vraag. Traditioneel onderwijs is gebaseerd op oefeningen (schrijven, rekenen, onderzoeken) die AI nu beter kan dan studenten. Het dilemma: als je deze vaardigheden niet oefent omdat 'er toch al AI is', hoe ontwikkel je dan kritisch denken om te beoordelen wanneer AI fout zit? Maar als je ze dingen blijft laten oefenen die AI beter doet, lijkt het onderwijs anachronistisch.  Je hebt waarschijnlijk een hybride aanpak nodig: ontwikkel basisvaardigheden door middel van praktijkoefeningen en leer vervolgens hoe je AI-tools kunt orkestreren voor complexe doelen."
"Is het gewoon een voorbijgaande rage?"
Nee, AI is een blijvertje. Maar zoals bij alle technologische revoluties zal er na het aanvankelijke enthousiasme een aanpassingsperiode komen waarin we leren er beter mee om te gaan. Cognitieve ontlading is een reëel en blijvend fenomeen, maar we kunnen het bewust beheren in plaats van het passief te ondergaan.
Onthoud: de volgende keer dat je op het punt staat de AI te vragen om die e-mail te schrijven, sta dan even stil en vraag jezelf af: versterk ik mijn vaardigheden of atrofieer ik ze?


